Het is raadsvergadering. Dat betekent doorgaans met twee tot vier partijgenoten in één auto van Schijndel naar het bestuurscentrum in Sint-Oedenrode. Met allemaal goede redenen (geen oppas, andere verplichtingen, voetbal op tv) haken de anderen af en dus haal ik diep adem en waag ik het een dorpsgenoot Van Een Andere Partij te bellen. Of hij me wil ophalen en dat ik dan in ruil met een motie van hem instem.

Dat laatste is een grap.

R. is van de SP en zegt dat ik achterop kan. ‘Ik ga met fiets.’ J. van het CDA heb ik al in geen jaren gebeld en het nummer dat in mijn telefoon staat, blijkt opgeheven. Zijn partijgenoot S. had me graag opgehaald, ‘maar ik rijd vanuit Boxtel’. Dan M. M. is van een van de lokale partijen. Ze zegt dat ze op de fiets gaat en waarom ik niet gezellig mee trap. Omdat mijn fiets stuk is. ‘Ja, ja.’ A. van PvdA/GroenLinks? Die is ziek.

De spoeling wordt dunner. Zal ik J. van Forum appen? Zijn partij is gruwelijk, maar J. zelf is echt aardig. Probleem is dat ie altijd op het nippertje de raadzaal binnenwandelt. En ik word nerveus van op het nippertje. Ik bel hem niet en dat blijkt terecht: J. komt niet op het nippertje. J. komt helemaal niet.

Dan is er nog T. van de VVD. Als er geen brood meer in huis is, als ik lang moet wachten voor een stoplicht of als ik bij het eten knoei op mijn overhemd – ik geef er het neoliberalisme van de VVD de schuld van. Maar anders dan J. van Forum is T. wel altijd ruim op tijd. T. neemt op en lijkt verbaasd dat ik hem bel. Als hij mijn vraag hoort, komt er een wedervraag. Hoeveel er al nee zeiden voor ik hem belde.

Betrapt.

T. had me graag willen ophalen, maar komt net als CDA’er S. vanuit een andere plaats naar de raad. Of ik M. van die andere lokale partij al heb geprobeerd. Ik beken dat ik alle Schijndelse raadsleden al heb geprobeerd. T. lijkt niet verbaasd.

‘Niemand van de andere partijen kan of wil me komen ophalen’, app ik mijn Rooise fractievoorzitter. ‘Goh’, appt ze. En daarna: ‘Denk dáár maar eens over na’. Ze plakt er een knipoog achter.

Ik vraag of ik de elektrische fiets van mijn vrouw mag lenen en dat mag. Onderweg naar Sint-Oedenrode zie ik andere Schijndelse politici fietsen. Een enkeling raast in een auto voorbij. Ik noteer even later in de raadzaal de namen van die enkelingen. Als ze na de verkiezingen van 2026 wethouder denken te worden, hebben ze mij tijdens de hoorzittingen wat uit te leggen.