Columns > Dit is dag 32

Dit is dag 32

 

Dit is dag 32 van mijn veertigdaagse alcoholvrije periode. Of nou ja, eigenlijk mijn 31e – halverwege deze periode had ik een soort opgedrongen halfvasten en dat was omdat mijn kinderen een diner met wijnarrangement hadden aangeboden.

Ik kom uit een gezin waarin de pret van alcohol van vader op zoon is doorgegeven. Na een werkdag trok mijn vader een flesje Brouwers (eigen merk Albert Heijn) uit de koelkast en ook het maken van kruiswoordpuzzels, koken en nakijken van proefwerken (hij was leraar) gingen gepaard met bier.

Toen ik 18 was kreeg ik verkering met mijn huidige vrouw, fietste ik op een doordeweekse avond naar haar huis, stelde me netjes voor aan mijn latere schoonouders, kreeg een kop koffie en nog een tweede kop koffie en kreeg daarna de vraag voorgelegd wat ik nu wilde drinken. Mijn antwoord deden mijn vriendin en haar ouders naar adem happen.

‘Een pilsje? Het is dinsdag.’

 

Het is dag 32 en het niet drinken gaat me redelijk goed af en dat heeft twee redenen. De eerste is: ik lul nergens anders over en dat helpt enorm bij het volhouden. Als je heel de wereld vertelt dat je veertig dagen alcohol laat staan, kun je eigenlijk alleen nog maar stiekem in je uppie aan de wijn, whisky of bier en dat is gênant, ook als niemand er van weet.

Reden twee: alcoholvrij bier.

Het was even zoeken, maar ik heb mijn favoriete nul punt nul gevonden. Even dacht ik dat er niks zo net-echt was als Leffe Blond 0.0, maar sinds kort ben ik gierend enthousiast over Texels Schumkoppe. Texels 0.0 heeft de suggestie van alcohol en van Texel en het is allebei niet waar. Schumkoppe wordt gebrouwen in Den Bosch. Ik mekker er niet over. (Dat was een grap – mekkeren, u weet wel, vanwege die reclame met dat blatende schaap.)

 

Ik dacht dat ik alcoholvrij bier drink omdat het bijna net zo lekker is als echt bier. Dankzij Daan Herma van Voss weet ik nu beter. Wie alcoholvrij bier drinkt, wil meedoen met bierdrinkers die al drinkend in een roes glijden. De schrijver noemt wat ik doe ‘valsspelen’ en ‘een vorm van contractbreuk’. Het biedt mij, schrijft hij verwijtend bedoeld, ‘een hanteerbare, ongevaarlijke roes’.

Is daar wat mis mee dan?

Ja. Het is volgens het betoog in de NRC vergelijkbaar met mensen die een glamping boeken – wel willen kamperen, maar je niet echt overgeven aan het gedoe dat hoort bij kamperen. Ook een mooie vergelijking is die van Odysseus die zich aan de mast van zijn schip liet vastbinden toen hij langs het eiland van de Sirenen voer – wel verleid willen worden door de zang, maar je er niet echt aan overgeven.

Nog een keer: wat is er daar mis mee dan?

Dat we de echte roes missen, dat is er volgens Heerma van Voss mis mee. De roes, waarvan volgens hem de kater een onderdeel is. Dat je kiest voor een roes en wéét dat je morgen koppijn hebt of erger. Of meer nog: dat je door de roes jezelf even kwijtraakt en in het onbekende terechtkomt. Volgens de schrijver raken we steeds meer de ‘werkelijke overgave aan het onbekende’ kwijt en die vaststelling gaat dus over meer dan over alcoholvrij bier drinken. Het gaat over alles onder controle willen houden, zelfs de roes. Nog een keer de schrijver in de NRC: ‘Ik verzet me tegen de terugtrekking uit het pact van de roes, alleen omdat we geen hoofdpijn of rimpels willen hebben. […] Wees niet alleen het schip, maar ook het wrakhout’.

 

Hebt u niks met alcohol en vindt u terecht dat alcohol erg schadelijk is, lees dit stuk nog een keer en vervang bier voor koffie en nul punt nul voor cafeïnevrije koffie. Of maak room vetloos en frisdrank suikervrij. ‘Alles mag, je mag overal van genieten, zolang we het maar ontdoen van de eigenschappen die het gevaarlijk maken.’

Wie genot wil, moet bereid zijn daar een prijs voor te betalen – dat is zo’n beetje het idee. Want juist door die prijs is het genot intenser. Tijd voor onveilige groepsseks, een paar borrels achteraf en daarna al spookrijdend naar huis.