Columns > Don’t follow leaders

Don’t follow leaders

 

(Hebt u niks met Bob Dylan? Niet verder lezen. Weg.)

 

Mijn verlate sinterklaascadeau van een van mijn kinderen: met hem naar A Complete Unknown, de film over de eerste jaren dat Bobbie Zimmerman Bob Dylan was. En of het goed was als zijn vriendin en schoonvader meegingen.

Dat was meer dan goed.

Toen ik de film zag vond ik, meer Dylanfan dan Swifties fan zijn van Taylor Swift, de film mooi. Onderweg naar huis vond ik de film prachtig en enkele dagen later ben ik diep onder de indruk. En dat is niet alleen omdat Timothée Chalamet praat en grinnikt als Dylan en omdat de nagespeelde ontmoeting met Woody Gurthrie zo ontroerend is. Het is zelfs niet omdat Edward Norton als Pete Seeger eigenlijk nog beter is dan Chalamet als Dylan.

 

Ik keek en luisterde en maakte mezelf per ongeluk even wijs dat de beelden van Greenwich Village, Manhattan en het folkfestival Newport over mijn jeugd gingen. Dat de regisseur me wilde laten zien hoe het ook alweer was toen ik jong was en daar als adolescent rondstruinde. Een mesjokke gedachte, ik ben nooit in de VS geweest (en ga er nooit heen, beloofd) en daar komt bij – toen Dylan in 1961 naar New York ging, was ik één jaar.

De laatste dertig jaar heb ik de eerste vijf, zes elpees van Dylan genegeerd en omarmde ik zowat elke koerswijziging vanaf pakweg 1967. Want de jaren van de protestzanger, dat is waar leken Dylan van kennen – en een echte fan vindt alles geweldig , behalve natuurlijk wat leken prachtig vinden. Dus maakte ik wegwerpgebaren als het ging over The Times They Are A-Changing, Blowing In The Wind en Mr. Tambourine Man. En noemde dan een pareltje waarvan ik zeker wist dat die leek daar nog nooit van had gehoord. Dat die leek maar wist dat ik een kenner was en hij of zij een niemand.

En toen zat ik dus in een wat rare Bossche bioscoop (raar, want vrijwilligers spreken daar voor aanvang het publiek toe om te vertellen welke film ze gaan zien en er is werkelijk niemand die zegt ‘Goed dat u het zegt, dan moet ik in de zaal hiernaast zijn’) en raakte ik potjandorie ontroerd. Ik besloot om vooral heel stil te kijken en te luisteren en hoorde na afloop van mijn zoon dat ik gelukkig niet heel hard had meegezongen.

‘Ik zong niet.’

– ‘Je zong.’

‘Nietes.’

– ‘Echt wel.’

‘O.’

 

Ik ben een paar dagen verder, herontdek de oude platen en vind sommige teksten bij vlagen nog enorm van betekenis. Mag ik een voorbeeld noemen?

Fijn.

In 1965 zong Dylan in Subterranean Homesick Blues: ‘Don’t follow leaders, watch the parkin’ meters’. Vrij vertaald: negeer Trump en Wilders en Schoof en welk politiek leider dan ook en focus je op de realiteit van het dagelijkse leven.

Goed advies.