Bobby Traksel was in Schijndel. Als u geen idee heeft wie Bobby Traksel is, dan weet u net zo veel van wielrennen als ik. Met het verschil dat ik sinds gisterochtend weet dat Bobby Traksel ooit profwielrenner was en nu wel eens wat doet bij de zender Eurosport. Geen idee of ik die zender kan ontvangen en zo ja, waar die dan ergens zit – ik ben niet van sport.

Ondanks dat was ik gisteren bij de start van een etappe van een wielerwedstrijd en dat was omdat het in Schijndel gebeurde, omdat ik als raadslid was uitgenodigd en omdat de fractievoorzitter van mijn partij wielrennen ademt en vroeg of ik meeging.

En zo zag en hoorde ik Bobby Traksel de wethouder sport van onze gemeente interviewen en daarna een oud-wielrenner die me erg bekend voorkwam en waarvan ik de naam nu niet meer weet. Krulletjes, blozende kop, scherpe neus, brede grijns – de kenners weten vast over wie het gaat.

Ik interview regelmatig mensen, zowel op podia, met een opname-apparaatje als met een notitieblokje. U zult me nooit op een racefiets zien en al helemaal niet als deelnemer van een wielertour of -ronde of  -wedstrijd. Iets met schoenmakers die het best bij hun leest kunnen blijven.

Maar dan Bobby Traksel.

Bobby Traksel wilde van de wethouder wat weten over de relatie top- en breedtesport. ‘Is de topsport niet enorm belangrijk voor de breedtesport? Dat topsport ertoe leidt dat mensen gaan sporten? Als kind zag ik wielrenners op televisie en dacht ik: dat wil ik ook.’

‘Nou nee, ik zie geen enkele relatie tussen top- en breedtesport’, was een verrassend antwoord geweest. Maar de wethouder begreep dat Traksel maar een antwoord wilde horen en dat kreeg hij. ‘Inderdaad.’

Bobby Traksel weer: ‘En andersom ook, toch? Dat uit de breedtesport uiteindelijk talenten ontstaan die topsporter worden. Toch?’

‘Zeker weten’, vond de wethouder.

Daarna kwam de oud-wielrenner met rood hoofd, krulletjes, scherpe neus en brede grijns. ‘Vind je het ook niet stom dat het ouderwetse begrip ploegleider steeds vaker wordt ingeruild voor namen als manager en directeur? Wat is er mis met ploegleider? Dat is toch wat het is? Ik heb het altijd een mooi en duidelijk woord gevonden, ploegleider. Moet dat gewoon niet zo blijven?’

De oud-wielrenner: ‘Ja’.

Er werd geklapt. Daarna bekeken we de luxe en minder luxe bussen van de wielerploegen, maakten we het staartje mee van de ploegenpresentatie en zagen we hoe een dame van de organisatie moeite moest doen om een cameraman van TVSchijndel op tijd van de weg te trekken waar dertig seconden later een paar honderd wielrenners voorbij trapten. Stuk voor stuk topsporters die vast en zeker ooit breedtesporters waren.