Columns > Frikadellen en bitterballen

Frikadellen en bitterballen

Een mens onthoudt soms rare dingen.

Ergens eind jaren zeventig was ik een tiener en was er een meneer in mijn ouderlijk huis op bezoek. Hij vertelde dat hij in een soort lunchroom of eetcafé was geweest waar ze vooral in vis deden. Je kon er paling eten en die paling werd dan in stukjes geserveerd. Dat was handig, je kon met een prikker of vork de stukken vis een voor een opeten en had daar geen mes voor nodig.

De meneer wilde een haring en verdomd, haring stond ook op de kaart. Of dat ook in stukjes kon. Dat kon niet. ‘We serveren de paling in stukjes, de haring niet. U kunt het nalezen op de kaart.’ De meneer vond dat belachelijk. ‘Waar moet het heen met dit land?’

 

In mijn dorp is een eetcafé waar je kunt sparen voor bitterballen. Voor elke 25 euro die je uitgeeft, krijgt de klant één bitterbalmunt. Die op elk gewenst moment kan worden ingewisseld voor een echte bitterbal.

Na lang sparen overhandigde ik de serveerster gisteravond twintig munten. En omdat het gezelschap bestond uit vier liefhebbers van bitterballen en één vegetariër was er het verzoek om van vier van die rundvlezige snacks vier kaassoufflétjes te maken.

Dat moest de serveerster even navragen in de keuken.

‘Sorry, dat kan niet’, bracht ze even later verslag uit van haar werkoverleg. ‘Het zijn bitterbalmunten. En die zijn dus voor bitterballen. Staat ook op de munten hè.’

Alle begrip. ‘Doe dan maar twintig bitterballen en een schaaltje kaassoufflés en daarvoor betalen we graag bij.’

‘Wilt u misschien een deel van de bitterballen vervangen voor mini-frikadellen?’

Eén van ons zei dat hij dat gek vond. ‘We konden toch alleen bitterballen?’

‘Ja. Maar dus ook frikadellen.’

– ‘En geen kaassoufflés?’

‘Nee. Het zijn bitterbalmunten.’

– ‘Een frikadel is geen bitterbal.’

‘Nee. Maar dat kan dus ook.’

De vleeseters keken elkaar verbaasd aan en besloten tot Consequent Gedrag. Dat zou ze leren. ‘Bitterballen willen we. Geen frikadellen.’

Een minuut of vijf later werd de schaal op onze tafel gezet. Vijftien bitterballen en vijf frikadellen. ‘Laat het u smaken.’

 

‘Ik wil ze in stukjes’, hoorde ik mezelf mompelen.