Columns > GroenLinks/PvdA

GroenLinks/PvdA

‘Dus, samengevat. We gaan samen en worden één sterke, linkse volkspartij.’

– ‘Eén sterke, progressieve partij. Dat is zoals wij dat graag noemen. Vanuit onszelf richting het electoraat. En dat sterk klinkt trouwens wel erg masculien. Daar voelen we ons nogal ongemakkelijk bij. Dan hebben wij iets van: kan dat niet anders? Zoals onze leden ook weinig hebben met het begrip volks. In onze woongroepen gaat het bij de 360 graden feedbacksessies heel weinig over het volk.’

‘Ook goed. Als we maar samen werken aan een eerlijkere verdeling van kennis, macht en inkomen.’

– ‘Kleine correctie. Want jij hebt het nu over mensen. Maar het gaat natuurlijk om meer dan dat. Het gaat ook om een nieuwe wijze van ons verhouden tot flora en fauna. Dat die ook rechten hebben.’

‘Ja, natuur is belangrijk. En daar komen we aan toe als de basis op orde is. Als de kloof tussen arm en rijk wordt verkleind en…’

– ‘Neem de wolf. De afdeling Amsterdam-Centrum van GroenLinks heeft unaniem besloten dat de wolf alle vrijheid moet krijgen.’

‘…en dat we daklozen helpen. Geen mannen meer onder bruggen die…’

– ‘Mannen, mannen… Wij vinden dat vrouwen net zo goed onder bruggen mogen. En belangrijker: dat dit ook geldt voor mensen die zich niet man of vrouw voelen. We moeten echt af van dat hokjes denken. Zeker onder bruggen. Juist bruggen staan voor verbinding. Voor het gesprek aangaan.’

‘We gaan het er allemaal over hebben. Zodra we hebben geregeld dat iedereen eerlijk loon krijgt voor eerlijk werk. Dat huren betaalbaar zijn. En dat echt iedereen mee kan doen in de samenleving. Dat er in gemeenteraden en Tweede Kamer en zo ook mensen meedoen die laag opgeleid zijn.’

– ‘Praktisch! Praktisch opgeleid. Het is echt heel belangrijk dat we die mensen zo noemen. Wij kennen iemand die iemand kent die ooit iemand kende die praktisch opgeleid is. En die persoon die we kennen die iemand kent die iemand kent, vindt het trouwens heel spijtig dat die praktisch opgeleide zich onttrekt aan de gespreksavonden van VPRO Tegenlicht in Buitenveldert. En verder voelen wij van GroenLinks een stukje onbehagen dat zij – of het nu hij, zij, hen of het is – zo zelden aan guerrillagardening doen. En dat is wat ons betreft toch echt een uiting van doe-democratie.’

‘Misschien dat die dingen ertoe doen als we eerst fatsoenlijke werkomstandigheden, fatsoenlijk loon en fatsoenlijke woningen met fatsoenlijke huren hebben geregeld. En dat maatschappelijke opgaven zoals opvang van asielzoekers ook eens aan de randen van villawijken worden gerealiseerd. En dat er meer aandacht komt voor onderwijs in wijken waar…’

– ‘Zo polariserend dit allemaal. En zo plat ook, dat gebakkelei over inkomen. Er zijn nog zo veel andere belangen die verdedigd moeten worden.’

‘Zeker. We moeten Europa beschermen tegen oprukkende dictaturen.’

– ‘Tegelwippen!’

‘Allemaal mooi. Maar wordt het niet eens tijd dat de verworpenen der Aarde ontwaken?’

– ‘En wat gedacht van de beklagenswaardige positie van de sprinkhaanzanger en de gulden boterbloem. Dat gesprek wordt te weinig gevoerd, zelfs in De Balie. En dan is er nog de bonte roeptoeter. De gespikkelde kuikenuil. De vegaboterbloem.’

 

Met de annexatie en ontmanteling van de sociaaldemocratie door GroenLinks is links dan eindelijk verslagen. Rechts hoeft alleen maar toe te kijken.