Columns > Het is warm in Goirle

Het is warm in Goirle

In cultureel centrum Jan van Besouw in Goirle is het warm. Een jongeman schudt me de hand en vraagt of ik hem maar wil volgen. We lopen door een gang naar een trapportaal en maken de klim naar de eerste etage. Weer een lange gang en dan zijn we er. Hier geef ik zo dadelijk de training ‘Effectief oppositie voeren’.

‘Poeh’, zeg ik. ‘Poeh’, zegt de jongeman. ‘De airco is stuk.’

Of het raam open kan. Nee, het raam kan niet open. Of er een ventilator te regelen is. ‘Misschien. Ik zal eens kijken.’ En of er behalve koffie en thee toch maar vooral kannen koud water geplaatst kunnen worden.

‘Dat moet zeker lukken.’

 

Beneden in de hal vang ik de cursisten op. Vijf. Het zouden er acht zijn – voor drie was het vast te warm om naar Goirle te komen. ‘Ik hoop dat het in het klaslokaal koeler is’, zegt een man. ‘En anders ik wel’, zegt een vrouw. Ze heeft een trui aan. ‘Die kan niet uit. Ik heb er niks onder aan.’

‘O’, zegt de man.

‘In het lokaal is het niet koeler. De airco is stuk’, bereid ik het groepje voor. De man zegt dat we beter in Baarle-Nassau hadden kunnen afspreken. ‘De airco doet het bij ons in het gemeentehuis.’ Later zal hij vertellen dat ze in Baarle-Nassau sowieso de zaken goed voor elkaar hebben. Goede voorzieningen, flink wat geld in de gemeentekas en dus geen enkele reden om te fuseren met Chaam. De vrouw zegt dat ze de volgende keer geen trui meer aandoet.

Er is een ventilator. ‘Ik zal hem neerzetten waar u als docent staat’, zegt de jongeman. ‘U geeft immers les.’ Of er een tweede ventilator is, vraagt een van de cursisten. De jongeman zal weer eens kijken. Met succes. ‘Het was even zoeken. Iedereen wil vanavond ineens een ventilator. Maar ik vond er nog eentje.’

Na afloop praten we nog even na. Dat het een fijne avond was, dat het benauwd was en dat het geen avond was voor truien. Tegen een dame achter de bar zeg ik dat er hopelijk snel een monteur komt om het euvel te verhelpen.

‘Welk euvel?’

– ‘De airco.’

‘Krijgen we een airco?’