Na de pauze
Ik ben er weer.
Na een pauze van een jaar of drie ga ik weer stukjes schrijven. Columns durf ik ze niet te noemen. Want dat plaatst me op gelijke hoogte met dames en heren die ervoor worden betaald en dat krijg ik voorlopig nog niet voor elkaar.
Een jaar of vijftien geleden plaatste ik een poos columns in het Brabants Dagblad. Die waren nog sneuer dan onbetaalde stukjes op de site van Sprinkels hq – het waren advertenties. Ik betaalde ervoor om ze geplaatst te krijgen. Zeg maar zoals Harry Mens RTL betaalt om presentator te mogen spelen.
Ik ben er weer en dat ik er een poos niet was had twee redenen. Reden één: ik wist niet goed meer wat ik ermee aan moest. De ene keer schreef ik uit mijn leven gegrepen stukjes – vooral die over mijn dementerende moeder deden het qua bereik goed. U bent dol op dementie. En de ander keer schreef ik dat ik wethouder Witlox, premier Rutte of president Trump nog één keer waarschuwde.
Er zat geen lijn in. En toen trad de wethouder af en ging mijn moeder dood.
Niks meer te melden.
Reden twee was een opdrachtgever. ‘Laurens, we willen graag met je in zee. Maar als je voor ons dan een bijeenkomst leidt en mensen gaan je googelen, dan stuiten ze op een stukje waarin je Thierry Baudet de maat neemt.’
‘Ja?’
– ‘Je snapt toch zelf ook wel dat zoiets niet kan. En geloof me, ik vind óók wat van Baudet hoor. Scherpe columns vind ik trouwens best wel prima. Ik lees ze graag, scherpe columns.’
Ik zei dat ik dat fijn vond. ‘Maar je kunt dus niet voor de zaal staan en dat mensen je gaan googelen en dan die column vinden.’
Ik beloofde dat ik erover na zou denken.
Thuisgekomen keek ik hoe het met mijn bankrekening stond en hoeveel werk ik als zzp’er de komende maanden nog te doen had. Ik concludeerde dat die column over Baudet niet heel goed was en dat ik die maar beter kon verwijderen.
Het bloed kruipt. En dus begin ik toch maar weer. Over Baudet geen woord. Beloofd.