Groots Met Een Zachte G vergt voorbereiding. Voor artiest Guus Meeuwis en wat daar allemaal bij hoort, maar ook voor het publiek. Waar zet je bijvoorbeeld je auto neer?

We zijn met zijn zessen en dus met twee auto’s. Een vriendin, bekend in Eindhoven, tipte eerder een Albert Heijn in de buurt. Kwartiertje lopen van het stadion en altijd plek. Schoondochter weet een parkeergarage nog dichterbij. Een foute keus, mopper ik als we de garage voor ons zien. Twee grote rode kruisen voor de ingang. ‘Vol’, zeg ik.

‘Dat is de uitgang’, weet mijn dochter achter het stuur.

Voor de ingang met groene pijlen staan twee mannen met oranjes hesjes en een van hen loopt ons tegemoet.

‘Waar komt u voor?’

Dochter is alert. Vooral niet zeggen dat we voor Groots Met G komen. Zul je zien dat we dan worden weggestuurd. Dat we het bij de Albert Heijn moeten proberen.

– ‘We willen onze auto parkeren.’

‘Dat snap ik. Maar waar komt u voor?’

– ‘Om te parkeren.’ Ze doet er een glimlach bij.

Oranje hesje zucht. ‘Waar moet u daarna heen?’

Er valt niet aan te ontkomen. Liegen heeft geen zin. ‘We komen voor Guus Meeuwis.’

‘Mooi. Rijdt u maar door. Verdieping 4 is plek.’

De auto wordt geparkeerd, we dalen vier trappen af wachten buiten op de inzittenden van auto 2. Schoondochter zit in auto 2 en vertelt een paar minuten later dat het nog even spannend was. Dat een oranje hesje vroeg wat ze kwamen doen. Haar vader had gezegd dat ze wilde parkeren en hoopte dat de man niet door zou vragen. Wat ie wel deed. Uitvluchten of smoesjes hadden geen zin. Guus Meeuwis, hadden ze bekend. ‘En toen mochten we dus binnen!’

Ik praat nog even met het hesje. Dat we dachten dat iedereen hier mocht parkeren, behalve wie voor Guus kwam. Het hesje legt uit dat deze parkeergarage is voor de crew, barpersoneel, EHBO-ers en andere mensen die voor Guus werken. ‘De ruimte die er over is, is voor publiek. U hoort dus bij een select gezelschap. Uw auto staat zomaar tussen die van mensen van de organisatie.’

Of Guus hier zelf ook parkeerde? ‘Nee, die mag hier niet in. Die ziet maar waar hij zijn auto laat.’ Het hesje moet er hard om lachen.