Columns > Slechte stadsgidsen zijn het leukst

Slechte stadsgidsen zijn het leukst

Mijn vrouw en ik zijn specialisten op het gebied van stadswandelingen. Geen vakantie of stedentrip zonder wandeling met een gids. Er zijn twee type gidsen: goede en slechte. De slechte hebben mijn voorkeur, want daar kan ik jaren later nog over verhalen. De goede onthoud ik een dag of twee. Drie misschien.

Die in Oxford, Bath, Leeuwarden en Deventer waren geweldig en ik kan er dan ook niets over vertellen.

 

In Edinburgh sjokten we enkele dagen geleden met nog 22 andere vakantiegangers achter een Nederlandse dame aan die al sinds haar zestiende, pakweg vijftig jaar geleden, in die stad woont. De gids vindt 24 deelnemers nogal veel. ‘Ik kan zomaar mensen kwijtraken.’

Vind kwijtgeraakte mensen maar eens terug.

De gids besluit de langste man in het gezelschap aan te wijzen voor een speciale missie: de boel bij elkaar houden. ‘U loopt steeds achteraan. Als ik stilhoud om ergens iets te vertellen en u bent er ook bij, dan weet ik dat iedereen er is. Akkoord?’

‘Ik zit hier niet echt op te wachten’, zegt de man. ‘Dat is dan geregeld’, zegt de gids.

 

Laatste heeft het zwaar. Twee oudere dames kunnen het straffe tempo van de gids niet bijbenen. Tegen de tijd dat zij en Laatste zich aansluiten, is de gids klaar met historische wetenswaardigheden die bij die plek horen (‘Thatcher was een fan van Adam Smith en dit is zijn standbeeld’), ziet ze Laatste en stelt ze tevreden vast dat de groep compleet is. ‘Kom, we gaan verder. Follow me.

‘Ik houd dit niet vol’, zucht een van de oudere dames. ‘Ik vind dit niet leuk’, besluit Laatste. Ik zie een man passeren die nog langer is dan Laatste en stel voor dat we hem aanwijzen.

Geen bijval.

Bij een reeks stoeptegels met handafdrukken van beroemdheden gaat het mis. Terwijl een van de stadswandelaars kritisch opmerkt dat het rare afdrukken zijn (‘Ze zijn niet allemaal hetzelfde hoor, die van Rowling zijn kleiner dan die van Higgs – raar toch?’), steekt Laatste zijn vinger op.

‘Ik vraag decharge aan.’

– ‘Wat vraagt u?’

‘Ik neem ontslag. Ik wil de boel niet meer bij elkaar houden.’

– ‘Dus gaat u in uw eentje door de stad zwalken? Enfin. Wat u wil.’

Laatste wil nog uitleggen dat hij lid blijft van de groep en juist de boeiende verhalen van de gids wil horen, maar een volgende Punt Van Discussie dient zich aan. Er moet nodig worden geplast. De gids wijst naar een pub aan de overkant van de straat. ‘Daar kunt u plassen.’

De pub heeft één vieze wc en twaalf mensen moeten nodig. Een kwartier later is de gids boos. ‘Waarom gaan jullie allemaal naar diezelfde wc?’