‘Het was een hype. Sorry’
(Uit het Dagblad van Meerdijk, 25 juni 2020)
‘Wat hebben we toch gedaan? Hoe konden we zo massaal zoiets doms doen?’ Aan het slot van het interview slaakt wethouder Hendrik Wielsma een diepe zucht. ‘Het sociale wijkteam was dé grote vergissing van de decentralisaties.’
Na vijf jaar sociaal wijkteam (SWT) in Meerdijk maakt Wielsma (Dorpsbelangen Meerdijk) de balans op. Om tot de conclusie te komen dat de gemeente rap af moet van dat team.
Een jaar of zes geleden was u enthousiast over het SWT.
‘Ik zou willen dat ik het kon ontkennen, maar de perspublicaties uit die tijd kunt u er zo bij halen. U heeft gelijk, ik geloofde er heilig in. We brachten allerlei disciplines en organisaties in één team. Weg met al die verschillende coaches, begeleiders en andere professionals die bij cliënten de deur plat liepen. Wat ook plezierig leek: het team was er voor zowat alle vragen en problemen. Zorg, gezondheidszorg, geld, wonen, woonomgeving, opvoeding, educatie, werk – noem maar op. Dit kon gewoon niet misgaan.’
Wanneer besefte u dat het mis ging?
‘Te laat. Maar achteraf gezien, waren de signalen er al snel. Het SWT koos er voor om zich op te sluiten in een apart gebouw, zo ver mogelijk van de gemeente. Het idee was dat het team zo onafhankelijkheid kon uitstralen. Fout natuurlijk. Het team is immers niet onafhankelijk. Daar komt bij dat het team juist veel contact moet hebben met beleidsmedewerkers op het gemeentehuis.’
‘De eerste keer dat ik besefte dat het niet goed ging, was toen de teamleider na een half jaar al een soort van reorganisatie voorstelde. We hadden ingezet op generalisten, maar de vragen van cliënten bleken daarvoor veel te complex. En dus kwamen er zes teams. Zes! Naar buiten toe is toen erg benadrukt dat het toch echt één team was natuurlijk, ook door mij. Want we wisten dat anders de kritiek de kop op zou steken dat er van die samenvoeging van disciplines niks terecht zou komen.’
Wat ook zo was.
‘Wat ook zo was.’
Negentig procent van de gemeenten koos voor de oprichting van het SWT. Sterkte dat u in de overtuiging dat het een goed idee was, zo’n team?
‘Weet u: er is vooraf nergens in het land ooit een stevige analyse gemaakt die leidde tot de keuze voor een SWT. Door niemand. Ergens in Den Haag is het op rijksniveau bedacht. Zonder enig onderzoek of wetenschappelijke onderbouwing. Als het SWT een succes was gebleken, dan was dat opmerkelijk geweest. Dat iets goed uitpakt waarvan niemand een idee heeft hoe het zou uitpakken.’
‘Achteraf gezien was het een goed idee geweest om in een paar gemeenten met zo’n team te werken, bij wijze van pilot. En die gemeenten dan kritisch te volgen. Niet gebeurd. Een paar gemeenten gingen wel voor de transities al aan de slag, maar de uitkomsten zijn door niemand afgewacht. We moesten allemaal mee. Massaal renden we achter elkaar aan. Stom.’
Maar wát ging er dan mis?
‘De teams zijn gaan onderhandelen over zorg. Dat rijtje van eerst zelf doen, dan de sociale omgeving inschakelen en als dat ook niet lukt – dan pas professionele hulp aanbieden… Dat is niks meer dan onderhandelen. Handjeklap. Leuk als je een auto koopt, maar over zoiets wezenlijks als zorg doe je dat niet. Weet u, in sommige gevallen hebben we er het recht op zorg mee ontzegd. Ik schaam me daar voor.’
‘En dan is er nog de personele bezetting van het SWT. Vrijwel iedereen die financiële problemen heeft, krijgt uiteindelijk ook andere sores. En vrijwel iedereen met gezondheidsproblemen, werkloosheid en andere trubbels komt uiteindelijk ook in de financiële shit. Maar er was bijna niemand in het SWT in onze gemeente die daar verstand van had. Budgethulp, schuldhulpverlening, kennis van bijzondere bijstand en andere regelingen – het was daarmee droevig gesteld. En in andere gemeenten was het al niet beter.’
Kwestie van de teamleden opleiden, toch?
‘Klopt. Hebben we ook gedaan hoor. Maar er waren te veel weeffouten in het SWT-concept om daar de boel mee te redden. Neem de privacy. Er werd in raadsvergaderingen over gepraat, er kwam hier in Meerdijk zelfs een wethouder privacy. Maar ondertussen wist niemand hoe het in de praktijk moest. Want in dat team zijn diverse organisaties vertegenwoordigd en al die organisaties hebben dus weet van de toestanden van mevrouw De Vries uit de Kerkstraat. En die toestanden worden vastgelegd. Het tegenovergestelde is ook waar: het bleek soms handig als het SWT kon beschikken over gegevens van de sociale dienst, maar dat mocht dan weer niet. Ondertussen begonnen wethouders zoals ik te mokken dat ze betaalden voor van alles en nog wat en ondertussen geen goed inzicht kregen van het resultaat van al dat werk. Vanwege de privacy. Allemaal niet over nagedacht vooraf. Nee, ook door mij niet.’
Dat was het?
‘Was het maar waar. Juist omdat zo veel instellingen meededen in het SWT, was het onduidelijk waar bevoegdheden en verantwoordelijkheden lagen. En zo werd het een paar jaar na de start een zootje.’
‘O ja – en dan is er ook nog de financiering. Het mag dan één team zijn, het ene teamlid wordt door de gemeente betaald en het andere weer door één van de aangesloten organisaties. Een warboel is het.’
Hoe had het, achteraf gezien, dan wel gemoeten?
‘De cliënten hebben eigenlijk zelf de oplossing aangedragen. Een jaar na de start van het SWT ging 80 procent van de mensen die bij dat team aan had kunnen kloppen, nog steeds naar de huisarts. Zet naast die huisartsen een goed team van wijkverpleegkundigen en het SWT had toen al zo naar huis gestuurd kunnen worden. Echt, met een netwerk van huisartsen, wijkverpleegkundigen en gemeenteambtenaren die over het geld gaan red je het.’
‘Er blijven dan slechts enkele categorieën over, zoals geld. Als we de sociale dienst nadrukkelijker positioneren als de organisatie voor alle vragen en zorgen met betrekking tot werkloosheid en geld, dan zou dat beter werken dan zo’n team. Mensen die met een bakfiets door de straten gaan om reclame voor zichzelf te maken, daar ga je toch je financiële ellende niet mee delen.’
Maar we wilden toch af van al die professionals over de vloer? We wilden toch één gezin, één regisseur?
‘Uiteindelijk werd dat hele idee niks. Ik ben eens bij een gezin op bezoek geweest om over wat gedoe met het PGB te praten. Trof ik daar iemand van het SWT aan en een gezinsvoogd. Twee verschillende professionals. En o ja: van het probleem van het gezin, geldzorgen, hadden ze dus geen verstand. Een uitzondering? Welnee. En als er dan al één regisseur is, dan zou dat de wijkverpleegkundige prima kunnen zijn. Zeker de wijkverpleegkundige nieuwe stijl, die heeft geleerd een spin in het web te zijn.’
En nu?
‘We gaan het SWT afbouwen. En daarmee halen we een overbodige schakel uit de zorg. Nu gaan cliënten nog naar de huisarts, die stuurt hen naar het SWT en die gaat uiteindelijk zorg of hulp inkopen. Dat SWT slaan we in de nieuwe aanpak dus over. Huisarts, wijkverpleegkundigen en mijn medewerkers die over geld gaan: samen kunnen ze het prima af. Dat is sneller, goedkoper en meer herkenbaar voor de cliënten.’
En zo kwam alles toch nog goed.
‘Nou nee. Binnenkort moet ik me verantwoorden voor de gemeenteraad en zoals het er nu naar uitziet wordt er een motie van wantrouwen ingediend. Het is de vraag of ik die overleef. Ondertussen ligt er een vernietigend rapport van de Wmo Adviesraad en hebben cliënten zich verenigd – ze verwijten de gemeente dat het SWT is gebruikt om de zorg te ontmantelen. Eén troost: in zowat alle gemeenten gaat het nu zo. De zorg in de wijken en de debatten in raadsvergaderingen; het zijn complete slagvelden.’
Wielsma zucht diep. ‘Wat hebben toch gedaan? Hoe konden we zo massaal zoiets doms doen? Het was een hype. Een stomme hype. Sorry.’