Columns > Vertrouw niemand

Vertrouw niemand

Vanmiddag plopte er ineens een bericht op mijn mobiele telefoon op. Of ik een app of programma wilde downloaden waardoor ik altijd weet waar mijn mobiele telefoon is.

Een rare vraag. Blijkbaar moet ik die app op mijn mobiele telefoon gebruiken en die telefoon heb ik dan in mijn hand en dus weet ik waar op dat moment mijn mobiele telefoon is. Of het zit anders: ik heb te impulsief op ‘Nee’ geklikt en heb niet de moeite genomen om me te verdiepen in het aanbod. Misschien geef ik met die app dierbaren de gelegenheid om te volgen waar mijn mobiel is of ik kan dat ding vinden via mijn laptop, tablet of – zo schijnt dat te heten – een andere device.

Ik zal er nooit achter komen, want ik klikte in een reflex op nee en dat deed ik omdat ik het bericht niet vertrouw. Om dezelfde reden druk ik alle telefoonoproepen weg die uit een buitenland komen. Sorry neef Jeroen uit Canada, sorry nicht Charly uit Hamburg.

Ook met bellers die zich bekendmaken als Anoniem ben ik achterdochtig. Eergisteren meldde zich iemand met die naam en ik besloot eens wat meer vertrouwen aan de dag te leggen. ‘Met Laurens van Voorst’, zei ik. Aan de andere kant was een dame en die zei dat ze Patricia heet en al een paar maanden mijn buurvrouw is en toch echt eens nader kennis wil maken. Ze kreunde er een beetje bij. Mijn buurvrouwen heten geen van allen Patricia, de jongste is ergens achter in de 70 en ze zijn er de types niet naar om me kreunend te bellen.

 

Ik las laatst dat het vertrouwen in multinationals, overheden en de pers al tien jaar lang alsmaar afneemt. Bij mij richt het wantrouwen zich op mijn devices. Bij u ook, want uw mobiele telefoon heeft een inlogcode van zes cijfers, uw sim is beschermd met een viercijferig code en daarnaast heeft u bedacht dat u alleen met uw vingerafdruk of Face ID in uw eigenste telefoon komt.

U heeft groot gelijk.

 

Een schoondochter van mij heeft zich ook met codes beschermd. Ze was onlangs op een festival waar haar telefoon plots leeg was. Gelukkig kon ze ergens een oplader bemachtigen, maar haar mobiel had bedacht dat ze daarna wel met codes opnieuw moest inloggen. Maar wat was nou die viercijferige simcode?

Die code stond op een briefje en dat briefje lag thuis in een lade.

Ze belde een schoonzus die in de buurt woont en die schoonzus, tevens ook al een schoondochter van mij, is hartstikke lief. Die liep, fietste of reed met haar auto naar de flat van mijn zoon en andere schoondochter. Ze trok de lade open, vond het briefje met code, maakte er een foto van en stuurde die naar mijn zoon. Nee, niet naar mijn schoondochter die niet in haar telefoon kan – zo dom is niemand bij de aanhang van de Van Voorsten.

Mijn zoon opende de foto en las de vier cijfers voor aan zijn vriendin. ‘Nul. Nul. Nul. Nul.’